Nieuw onderzoek naar meertalig toetsen voor inclusiever onderwijs

Basisschoolleerlingen in Nederland worden vrijwel altijd getoetst met Nederlandstalige toetsen en door Nederlandssprekende leraren, ongeacht het onderwerp. Dat klinkt logisch, maar het resulteert voor veel meertalige leerlingen in een oneerlijke toetscultuur, bijvoorbeeld voor nieuwkomers, vinden Marian van Popta en Jantien Smit van Hogeschool Utrecht (HU). Deze kinderen worden bij rekentoetsen niet alleen beoordeeld op hun rekenvaardigheid, maar ook op hun beheersing van het Nederlands: de taal die ze nog aan het leren zijn. In een nieuw onderzoeksproject werken de onderzoekers aan mogelijkheden voor meer valide en eerlijkere manieren van toetsen en beoordelen die recht doen aan het rekenpotentieel van álle leerlingen.

In het onderzoeksproject werken vijf taalscholen en een reguliere basisschool mee. De onderzoekers gaan met onderwijsprofessionals op zoek naar aanpassingen in de bestaande toetspraktijk binnen hun rekenonderwijs. Daarbij willen ze thuistalen beter benutten en meer formatief toetsen: toetsen om feedback te geven en niet om te beoordelen. Marian van Popta, projectleider en senior onderzoeker bij het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs, licht toe: “We bespreken in professionaliseringsbijeenkomsten wat er gebeurt in de toetspraktijk van de scholen en bekijken dan welke stappen we kunnen zetten om inclusiever en eerlijker te toetsen. We kwamen bijvoorbeeld een opgave in een rekenmethode tegen met een afbeelding erbij van een pak waspoeder, waarop het woord klok staat. Als je de Nederlandse taal nog aan het leren bent, zorgt dat voor veel verwarring. In het rekenonderwijs is taal heel belangrijk, want het gaat juist om het ontwikkelen van rekenvaardigheid in betekenisvolle contexten, die herkenbaar zijn vanuit het dagelijks leven.”

Benutten van kennis in andere talen

Jantien Smit, lector Meertaligheid en Onderwijs, vertelt: “Het rekenpotentieel van nieuwkomers wordt niet goed in beeld gebracht met alleen Nederlandstalige toetsen. De Nederlandse taalvaardigheid is bij hen namelijk nog volop in ontwikkeling, in het bijzonder de school- en vaktaal. De rekenkennis en -vaardigheid van leerlingen worden als gevolg hiervan vaak onderschat. Ook mis je als leerkracht vaak belangrijke informatie als je de thuistalen buiten de klas houdt. In het Nederlands kennen we bijvoorbeeld de breuk twee derde, maar in het Turks wordt deze breuk verwoord als drie eruit twee. Een kind kan hierover struikelen, ook al heeft het wel de juiste kennis. Toetsmomenten zijn bepalend voor hoe kinderen verder gaan in het onderwijs en uiteindelijk hun carrière. We zijn daarom op zoek naar manieren om thuistalen te benutten in toetsing en beoordeling, en tegelijkertijd rekening te houden met de taalvaardigheid in het Nederlands op het moment van toetsing. De Nederlandse rekentaal ontwikkelen kost tijd, veel tijd.”

Anders toetsen of kleine aanpassingen?

Er zijn een hoop aanpassingen mogelijk in bestaande toetsen, stellen de onderzoekers. Jantien: “Leerlingen kunnen zelf een rol in het beoordelingsproces spelen door bijvoorbeeld een portfolio te maken met gebruik van de thuistaal om zo de aanwezige kennis en het eigen potentieel te laten zien.” Marian vult aan: “Denk ook aan het gebruik van een woordenboek, Google Translate of een vertaalcomputer. Of de inzet van taalmaatjes: kinderen met dezelfde thuistaal die het Nederlands al beter beheersen. Taalmaatjes zouden ook een rol kunnen spelen bij meer formatieve momenten zoals diagnostische rekengesprekken tussen de leerkracht en de leerling. Een andere optie is om als leerkracht samen met de klas afspraken te maken over met welke eindopdracht leerlingen laten zien dat de leerdoelen behaald zijn en welke talen ze daarbij gebruiken. Met ons onderzoek willen we bijdragen aan een verrijking van de toetscultuur.”

 

Jantien: “Om eerlijker te toetsen is een bredere visie nodig. We moeten van smal evalueren naar breed evalueren en van eentalig onderwijs naar meertalig onderwijs. Dat vraagt veel van het gehele onderwijs en alle professionals die daar werken. Dit project met het rekenonderwijs is een eerste stap.”

Over het onderzoek

Naast veranderingen in de toetspraktijk van de zes betrokken scholen, worden er ook rijke beschrijvingen opgeleverd ter inspiratie voor andere scholen, andere vakken en (taal)beleidsmakers. Het project Meertalig toetsen van nieuwkomers bij rekenen – Multi-Assessment biedt veel mogelijkheden om in de toekomst uit te breiden. Binnen de HU is er nauwe samenwerking met de (online) Master Educational Needs, het lectoraat Wiskundig en Analytisch Vermogen van Professionals en bijzonder lector Toetsing en Beoordeling in het Beroepsonderwijs Liesbeth Baartman. Buiten de HU wordt samengewerkt met maatschappelijke partners zoals SLO, Lowan, Bureau ICE en Het ABC, en met verschillende wetenschappers uit binnen- en buitenland.

Deel dit artikel