Promotie Christine Bleijenberg: wat maakt burgerparticipatie effectief?

Overheidsorganisaties vragen burgers steeds vaker te participeren in besluitvormingsprocessen. Ze hopen zo de kwaliteit van beleid te verbeteren en de uitvoering te vergemakkelijken. Burgerparticipatie moet draagvlak creëren en het vertrouwen in de overheid vergroten. Flinke verwachtingen, maar hoe goed functioneert burgerparticipatie in de praktijk? Op 9 juni promoveert Christine Bleijenberg op dit onderwerp. "Richt je op het proces en de relatie en niet uitsluitend op de inhoud.”

In haar promotieonderzoek focust HU-onderzoeker Christine Bleijenberg zich op de kwaliteit van de gesprekken tussen ambtenaren en burgers. Volgens haar is die cruciaal voor het participatieve proces. “In zo’n gesprek hanteert ieder een eigen frame. Waar een ambtenaar het heeft over het halen van geluidsnormen, heeft een burger het over geluidsoverlast. Die frames hoeven samenwerking niet in de weg te staan, mits de partijen maar echt luisteren en oog hebben voor het perspectief van de ander. Wanneer burgers en ambtenaren zich gehoord voelen, worden zij minder stellig in hun formuleringen. Er ontstaat dan ruimte voor oplossingen die tegemoet komen aan beider perspectieven. Andersom geldt ook: wanneer participanten zich niet gehoord voelen, formuleren ze hun inbreng stelliger en worden tegenstellingen groter.”

Luister ook naar niet-participerende burgers

Om draagvlak te creëren, is het belangrijk dat burgers in het participatieproces een goede afspiegeling vormen van de lokale bevolking en haar standpunten. In de praktijk is dat echter vaak lastig te realiseren. Dat brengt risico’s met zich mee. Opvattingen van burgers die niet meepraten, kunnen alsnog een rol gaan spelen, bijvoorbeeld via bezwaarprocedures of via de media. Bleijenberg onderzocht de rol van deze niet-participerende burgers in het gemeentelijk participatieproces. “In sommige participatietrajecten omschrijven ambtenaren deze kritische burgers als onredelijk en unfair. Zo legitimeren ze het besluit om deze burgers te negeren in de verdere besluitvorming. Dit frame van kritische burgers zorgt er echter voor dat de wél participerende burgers zich ook niet meer helemaal serieus genomen voelen. Met alle risico’s voor het participatieproces. Bij andere cases benadrukten de ambtenaren juist dat de inbreng van kritische burgers – hoewel lastig - nodig is om te voorkomen dat belangrijke kwesties over het hoofd worden gezien. Door ook naar de standpunten van niet-participerende burgers te luisteren, nam het draagvlak onder de burgerparticipatie toe. Iedereen voelde zich serieus genomen. De kans op een succesvolle, breed gedragen uitkomst nam toe.”

Eerlijk proces belangrijker dan de uitkomst

Hoe kijken burgers terug op het participatieproces? Bleijenberg: “Je zou misschien denken dat de inhoudelijke uitkomst bepalend is voor hoe een burger terugkijkt. Uit mijn onderzoek blijkt echter dat het gevoel dat er goed geluisterd is en dat de procedures eerlijk zijn gevolgd, belangrijker wordt gevonden dan de uitkomst. Met andere woorden, het vertrouwen dat deelnemers hebben in hun gemeente neemt toe als zij het participatieproces als eerlijk ervaren, ook al is de uitkomst niet in hun voordeel.”

Conclusies

Concluderend stelt Bleijenberg dat burgerparticipatie nuttig is, mits er ruimte en waardering is voor de uiteenlopende perspectieven van zowel deelnemende burgers als niet-deelnemende, kritische burgers. Als burgers een participatief proces als open en eerlijk ervaren, draagt dat bij aan het vertrouwen in de gemeente en aan het draagvlak voor gemeentelijk beleid. Bleijenberg: “Het is voor gemeenten dus zinvol meer aandacht te besteden aan de manier waarop burgers en ambtenaren met elkaar praten. Focus je op het proces, niet op de uitkomsten.” 

Christine Bleijenberg promoveert 9 juni 2021 aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Lees hier het promotieonderzoek: ‘In gesprek of uitgepraat? Over de betekenis van gesprekken voor het verloop van lokale participatieprocessen’.

Deel dit artikel