Living labs duurzame bedrijfsovername - met de onderzoekers in de klei

boer in klei
De afgelopen twee jaar werkte de HU samen met een aantal andere hogescholen in zogenaamde living labs. Binnen deze living labs gingen onderzoekers innovaties in de ‘echte’ wereld testen en verbeteren, in plaats van deze te ontwikkelen binnen een lab. De HU deed binnen een living lab onderzoek dat zich richt op duurzame bedrijfsovernames binnen de agrosector.

Edwin Weesie is als projectleider en onderzoeker één van de HU-medewerkers die meedoet binnen het living lab bedrijfsovernames in de agrosector. “Het onderzoek in het living lab voeren we uit met partners vanuit Inholland, Van Hall Larenstein, Hogere Agrarische School, Aeres, Windesheim, brancheorganisaties en een grote groep agroadviseurs. Samen kijken we binnen deze sector welk bedrijfskundige tools er worden gebruikt, of deze tools goed werken en bedenken we nieuwe tools om ondernemers te helpen met de koop of verkoop van hun bedrijf. Daarbij richten wij ons op allerlei ondernemers uit de sector: melkveehouders, (glas)tuinders agrariërs, biologische en niet-biologisch boeren en andere groepen.”

Een fris perspectief

De HU is niet direct actief in het groene domein maar kijkt al wel meer dan twintig jaar met een breder perspectief naar bedrijfsovernames in andere sectoren, zoals ondernemers uit het mkb. Juist door met een blik van buiten deze agrosector te bekijken, worden interessante inzichten ontdekt. “Het taalgebruik bijvoorbeeld is heel belangrijk om serieus genomen te worden. Dat zit hem in kleine nuances op vakinhoudelijk gebied. Bij bijvoorbeeld melkveehouders is het belangrijk dat je weet wat KMO of uitwas betekent. Zonder die kennis ben je de aandacht van de boeren die hun bedrijf willen overdragen of van degene die het boerenbedrijf willen overnemen snel kwijt. Het is heel anders praten met accountants en bankiers”, aldus Weesie.

"Taalgebruik bijvoorbeeld is heel belangrijk om serieus genomen te worden"

Edwin Weesie

Het living lab in de praktijk

Het onderzoek van het living lab vond vooral plaats in de praktijk. “We zijn het veld ingegaan en zijn bij veel bedrijven op bezoek gegaan om te observeren. We stonden letterlijk met de voeten in de klei en de stront”, vertelt Weesie. Daarnaast gaf de onderzoeksgroep webinars en workshops met overnemers en overdragers van agrarische bedrijven, werden trainingen georganiseerd en zijn brainstormsessies met brancheorganisaties gehouden. “We hebben veel gezien en geleerd”, vertelt Weesie. “We zien veel passie en kennis bij de agro-ondernemers, die het beste voorhebben met hun bedrijf en omgeving. Ik zou mensen met interesse in het overnemen van een agro-onderneming adviseren om ook eens langs te gaan bij een boerenbedrijf tijdens één van de vele dagen die worden georganiseerd, bijvoorbeeld via het platform https://boerenentuinderspakkenuit.nl.”

De komende tijd worden de ontwikkelde vragenlijsten, serious games, kaartspellen, matchings-profielen en gesprektechnieken verfijnd. Zo is er door de partners in het living lab een serious game bedacht in de vorm van een kaartspel die ondernemende families met melkvee bewust maakt van de verschillende emotionele kanten van de bedrijfsovername. “Die zouden we natuurlijk ook mooi kunnen toepassen voor bijvoorbeeld nieuwkomers in de sector, maar dan moeten de vragen wel een beetje worden aangepast om aan te sluiten bij deze doelgroep”, vertelt Weesie.

Ook heeft de HU een matchingtool gemaakt die verkopende en kopende boeren sneller met elkaar in contact kan laten komen. “Met de onderzoekers en adviseurs uit de praktijk hebben we profielen gemaakt waarin meer dan 85 onderliggende variabelen zijn verwerkt. Door het invullen van een uitgebreide vragenlijst kunnen we daardoor vrij nauwkeurig inschatten wie met wie moet praten bij het kopen of verkopen van een boerenbedrijf.”

Extra budget voor verder onderzoek

De bovenstaande werkzaamheden van het living lab komen uit zo’n 1,5 miljoen subsidie. Voor de komende fase van het living lab is door de partners in het living lab sinds mei 2023 een nieuwe 2 miljoen binnengehaald om de gemaakte prototypes verder te ontwikkelen, te verdiepen en te implementeren. “Het komende half jaar zijn er verder diverse workshops in heel Nederland met agrarische ondernemers, adviseurs, financierende partijen en onderzoekers waarbij we als onderzoeksgroep spelenderwijs te werk gaan om de prototypes om te zetten naar toepasbare producten.”

Meer weten?

Deel dit artikel