De opleiding

Dit is de eerste module in de leerlijn pedagogisch handelen. Op je leerwerkplek krijg je als leraar dagelijks te maken met adolescenten. Een goed contact met je leerlingen is de basis voor lesgeven. Om contact te kunnen maken is het belangrijk dat je begrijpt hoe adolescenten zich ontwikkelen, welke rol opvoeding speelt bij die ontwikkeling, wat hen bezig houdt en waar hun interesses liggen, wat hen motiveert en hoe ze zich gedragen in groepen. Contact maken begint vaak al als de leerlingen binnenkomen in de ruimte waar jij lesgeeft. Hoe pak je de eerste kennismaking aan, hoe geef je invulling aan jouw rol als gastheer en pedagoog, hoe voer je kleine, informele gesprekjes met leerlingen en hoe stel je onzekere leerlingen op hun gemak?

Tijdens dit vak leer je de basisvaardigheden voor een docent. Je kijkt naar je houding en hoe je voor het eerst voor een klas kunt gaan staan. Daarnaast krijg je informatie over de studie en leer je over hoe je een goede biologieles kunt geven. Je gaat langs verschillende middelbare scholen om kennis te maken met het beroepenveld.

In practicumopdrachten en theoretische opgaven verken je de plantenwereld om ons heen. Je bestudeert onder andere fysiologie, anatomie en de levenscyclus van planten in Nederland.

Je werkt aan je laboratoriumvaardigheden en leert chemie die relevant is om complexe biologische concepten te kunnen begrijpen. Je leert hier ook verslag van doen op basis van de natuurwetenschappelijke methode.

Tijdens deze bacheloropleiding bouw je tijdens drie vakken je kennis van de menskunde op tot volwaardig niveau. In deze cursus begin je met de weefselleer en de anatomie van de mens. Denk bijvoorbeeld aan ons spijsverteringsstelsel of onze spieren.

Wat doe je eigenlijk allemaal tijdens een biologieles? In deze cursus leer je over de verschillende soorten practica en leer je uiteindelijk je eigen biologieles ontwerpen en onderbouwen. Daarnaast leer je over de nieuwste vakdidactische ontwikkelingen.

Het dierenrijk is uiterst complex. In deze cursus ga je met theorie over het dierenrijk aan de slag en leer je de verschillende soorten dieren kennen. De kennis pas je toe in opdrachten en practica.

Tijdens de colleges leer je over ecosystemen: de verschillende soorten, de ruimtelijke structuur, diversiteit, niches, relaties tussen organismen, energiestromen, kringlopen en veranderingen in de tijd. Bijzondere aandacht besteed je aan de Nederlandse bostypen en bodemvorming en de invloed van de mens op natuurlijke ecosystemen. Daarnaast voer je veldwerkonderzoek uit op excursies in Nederland. Je brengt de geologische, bodemkundige, en verschillende landschapstypen en bostypen in kaart in een landschap in Nederland.