SPRONG-groep SURE: samenwerken om de energietransitie te versnellen

Als het over energietransitie en verduurzaming van de gebouwde omgeving gaat, gaat het vaak over techniek, uitstootreductie en betaalbaarheid. Maar minstens zo belangrijk voor uitvoering in de praktijk is het betrekken en meekrijgen van bewoners. SURE, een brede onderzoeksgroep van Hogeschool Utrecht, Hanzehogeschool en een groot aantal organisaties en instellingen versterkt de komende jaren verbinding tussen technische mogelijkheden en het sociale domein. Om de samenwerking te versterken en te verdiepen ontvangt SURE een zogenoemde SPRONG-subsidie.


Technische oplossingen zijn vaak voorhanden, veel interventies worden bedacht en gelden beschikbaar gesteld. Maar de complexiteit op het sociale vlak belemmert introductie in de praktijk. Het vraagstuk wordt vooral opgepakt als technologische innovatie met meetbare resultaten. De impact van nieuwe technologieën op dagelijks leven en sociale structuren is echter vaak onmeetbaar, bijvoorbeeld waar het gaat om publieke waarden en zorgen. De verbinding met sociale innovatie blijft daarvoor vaak beperkt.

Oplossingen

Sociale inbedding van duurzaamheidmaatregelen, democratische besluitvorming en inclusie zijn belangrijk voor de opgave van de energietransitie in de gebouwde omgeving. Nationale en regionale overheden geven dat aan, evenals de EU. Er zijn de afgelopen jaren verschillende subsidiemogelijkheden geweest op dit onderwerp. “Desondanks is nog steeds niet duidelijk hoe dit nu het beste kan gebeuren”, zegt Mieke Oostra, lector Nieuwe Energie in de Stad bij Hogeschool Utrecht (HU). “Er wordt op allerlei plekken en vanuit allerlei invalshoeken onderzoek gedaan.” In haar lectoraat en in het Centre of Expertise (CoE) Smart Sustainable Cities (SSC) van de HU werkt Oostra aan oplossingen om de energietransitie in de stedelijke omgeving vorm te geven. “Maar ook in andere lectoraten is de energietransitie een belangrijk onderwerp. Bij de HU is bijvoorbeeld aandacht voor communicatie tussen leken en professionals, het betrekken van burgers en speciaal kwetsbare groepen en vraagstukken rond digitalisering die aan de energietransitie raken.”

Kennis samenbrengen

Bij de Hanzehogeschool is de situatie vergelijkbaar, zegt Jan-jaap Aué, lector Waterstoftoepassingen en directeur van EnTranCe – Centre of Expertise Energy. “In ons CoE zijn elf lectoren verenigd rond het thema energietransitie. Naast een aantal technische onderwerpen houden zij zich bezig met toegepaste psychologie, duurzame gedragsverandering en participatievraagstukken, duurzame communicatie en juridische vraagstukken.” Oostra: “Om de energietransitie te versnellen, moeten we zorgen dat de kennis uit al die verschillende vakgebieden samenkomt.”

Naadloos

Daarom namen Oostra en het CoE SSC het voortouw in het samenbrengen van de verschillende expertises binnen de HU en de Hanzehogeschool in het consortium SUstainable cities and REgions (SURE). Oostra: “Binnen SURE werken we aan een sterkere verbinding tussen al die verschillende aandachtsgebieden, met als doel om steeds beter van elkaars kennis en expertise gebruik te maken. De hoop is dat we komen tot transdisciplinaire samenwerking, waarin alle betrokken onderzoeksgebieden naadloos met elkaar en de praktijk samenwerken om ingewikkelde praktijkvragen op te lossen.”

“Onze visie is, dat de energietransitie alleen slaagt als we die integraal aanpakken”, zegt Aué. “In onze ervaring helpt het wanneer verschillende werkvelden en disciplines samenwerken. Maar hoe meer disciplines je betrekt, hoe ingewikkelder de samenwerking wordt. Daarom willen we graag met elkaar op zoek naar manieren om methodisch verantwoord samen te werken.” 

Schaalniveau

“Wat ons bindt is een gebiedsgerichte aanpak”, vervolgt Aué. “We werken binnen afgebakende gebieden van verschillende schaalgroottes en kijken hoe we daar de energietransitie integraal kunnen vormgeven. Vanuit de HU en de Hanzehogeschool brengen we verschillende cases en projecten in. Zo werken wij al jaren samen met de gemeente Ameland, terwijl de HU een sterke band heeft met de gemeente Utrecht en de provincie Utrecht. Een vraag die we binnen SURE willen beantwoorden is, of dergelijke verschillen in schaalniveaus ook om verschillende interventies en oplossingen vragen.” Overigens strekt de samenwerking binnen SURE zich ook uit tot andere hogescholen, zegt Oostra. “Diverse lectorenplatforms zijn aangesloten bij onze groep. Zij dienen als klankbord, maar we halen ook vragen op. De kennis die we daar delen uit de SURE-groep, leidt naar verwachting ook weer tot vervolgprojecten aan andere hogescholen.”

Enthousiast

Dat sluit aan bij de aard van de samenwerking, vervolgt Oostra. “Met de SPRONG-subsidie bouwen we aan een kennisinfrastructuur rond de energietransitie in de gebouwde omgeving. Als we erin slagen om professionals en onderzoekers dichter tot elkaar te laten komen en inniger te laten samenwerken, kunnen we overheden en bedrijven beter ondersteunen in het vormgeven van de energietransitie.” Jan-jaap Aué: “De hoop is dat we tot een soort receptenboek komen over hoe je dat aanpakt in gebieden van verschillende schaalgrootte. Maar het is grotendeels onbekend terrein en we weten simpelweg niet of het lukt.” Oostra: “Tijdens het schrijven van de aanvraag werd echter duidelijk dat iedereen staat te trappelen. Tussen de mogelijkheden en de praktijk gaapt een grote kloof en aan weerszijden is iedereen enthousiast om die te dichten.”

Consortium

De SPRONG-subsidie wordt uitgereikt door regieorgaan SIA in twee tranches van elk vier jaar. De kernlectoraten en -CoE’s van SURE zijn:

Hogeschool Utrecht: Centre of Expertise Smart Sustainable Cities; Nieuwe Energie in de Stad; Technologie voor Zorginnovaties; Duurzame Gemeenschappen; Co-Design; Beroepsonderwijs; Procesinnovatie en Innovatiesystemen; Communicatie in Digitale Transitie.

Hanzehogeschool: EnTranCe – Centre of Expertise Energy; Ontwikkeling Energietransitie en Duurzaamheid; Communication, Behaviour & The Sustainable Society; Duurzame Communicatie; Biobased Business Valorization.

Betrokken lectorenplatforms: Urban Energy; Stad en Wijk; Gebouwde Omgeving; Biobased Economy; Logistiek (LOGITIMO); Circulaire Economie; Energievoorziening in Evenwicht (LEVE); Biobased economy; Urban Energy.

Betrokken lokale en regionale overheden zijn de gemeenten Utrecht, Amersfoort, Groningen, Ameland en Soest en de provincie Utrecht.

Betrokken bedrijven, burgerinitiatieven en organisaties: USI, Stroomversnelling, De Coöperatieve Samenleving, ROC Midden Nederland, Drentse Kei, Energie-U, Bo-ex, Movares, Stichting Happy Balance, Stichting I-on en NMF Drenthe.

Deel dit artikel