'Leeromgevingen in het beroepsonderwijs kunnen knooppunten in de maatschappij zijn'
Hoe kunnen leeromgevingen in het beroepsonderwijs een rol vervullen bij het oplossen van complexe maatschappelijke problemen? Ilya Zitter, bijzonder lector Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs bij Hogeschool Utrecht (HU), onderzoekt hoe je leeromgevingen zo kunt ontwerpen dat een innovatief, lerend systeem ontstaat, zonder sterke scheiding tussen onderwijs en praktijk. Op 25 maart gaf Zitter haar openbare les.
“Maatschappelijke opgaven vragen om nieuwe manieren van werken en leren. Er is niet meer één partij die deze vraagstukken gaat oplossen, niet meer één organisatie of één regisseur. Er zijn geen kant-en-klare oplossingen voor de vraagstukken die zich afspelen in complexe en dynamische praktijken”, stelt lector Ilya Zitter. “Tot passende oplossingen komen, dat vergt veel leren. Leren door iedereen: door professionals in opleiding, door de professionals die werken bij uiteenlopende organisaties, en door burgers als consumenten, wijkbewoners, mantelzorgers en cliënten. En het liefst samen. We willen toe naar een samenleving waarin we blijvend met elkaar leren. We zijn op zoek naar leeromgevingen waarin studenten, professionals, opleiders, onderzoekers en burgers samen kunnen leren en innoveren. Leeromgevingen in het beroepsonderwijs die kunnen helpen bij het opleiden van professionals die weten om te gaan met ingewikkelde maatschappelijke opgaven."
Samen werken aan maatschappelijke opgaven
Zitter is bekend van het concept ‘hybride leeromgeving’, waarmee het beroepsonderwijs zo kan worden (her)ontworpen dat ‘schoolse’ leervormen worden verweven met vormen van leren in de beroepspraktijk. “Waar eerder de focus lag op losse, innovatieve leeromgevingen, wordt steeds meer de blik verruimd naar het inbedden, verduurzamen en opschalen van leeromgevingen. In dat licht heb ik de afgelopen jaren veel gesprekken gevoerd in het mbo, hbo en bedrijfsleven, met ontwerpers, onderwijskundigen, docenten, beleidsmakers, managers en bestuurders. Uit die gesprekken maakte ik op dat een deel van deze professionals hybride leeromgevingen ziet als dé oplossing en dat alle leeromgevingen hybride zouden moeten zijn. En dat een ander deel hybride leeromgevingen ietwat onzinnig vindt, oude wijn in nieuwe zakken, gezien het aloude meester-gezelmodel. Ik wil daarom meer nuance aanbrengen.”
Hybride en andere soorten leeromgevingen
Zitter: “Een vraag die ik door de jaren heen vaak heb gehoord, is: wanneer is onze leeromgeving hybride? Het ontwikkelen van hybride leeromgevingen heeft in de onderwijsvisies van veel onderwijsinstellingen een plek gekregen. Maar er zijn allerlei soorten leeromgevingen op de grens tussen school en werk, een hybride leeromgeving is slechts één van die soorten. Verschillende soorten leeromgevingen kunnen een rol vervullen om samen aan maatschappelijke opgaven te werken, en samen te leren in, van en nabij de praktijk. Leeromgevingen kunnen verschillende werelden met elkaar in verbinding brengen. Zo ontwikkelden HU-studenten een drone die gewassen beschermt met natuurlijke middelen. Met deze drone kunnen tuinders sneller en gecontroleerder de natuurlijke vijanden van ongedierte verspreiden. Een mooi voorbeeld van hoe twee werelden – onderwijs en beroepspraktijk – elkaar kunnen verrijken.”
Knooppunten die werelden verbinden
“Voor een vruchtbare verbinding tussen onderwijs en beroepspraktijk is het beter niet te denken aan één hybride leeromgeving maar aan een stevig netwerk van diverse leeromgevingen: een innovatief, lerend systeem, zonder sterke scheiding tussen onderwijs en praktijk. Door hybride leeromgevingen kunnen allerlei nieuwe verbindingen ontstaan en ze kunnen gaan fungeren als knooppunten. Zulke knooppunten kunnen steeds belangrijker worden. In zo’n systeem komen diverse leerprocessen bij elkaar, vanuit meerdere agenda’s, beroepen, groeperingen, onderwijssectoren en onderzoekspartijen. Want je hebt nu eenmaal te maken met allerlei niveaus, vakgebieden, belangen en ideeën. Veel mensen ervaren onze maatschappij als versnipperd en verbrokkeld. Leeromgevingen kunnen helpen hierin samenhang te vinden. In een leeromgeving kunnen ontwikkelingen zich concentreren en verenigen. Er kan een ontmoetingsplek ontstaan. Een brandpunt waar leerprocessen bij elkaar komen.”
Ontwerpkennis nodig
“Leeromgevingen die als knooppunt fungeren, kunnen allerlei vormen hebben, met ruimte voor lokale inkleuring. Leeromgevingen kunnen zich ook op verschillende manieren ontwikkelen: geleidelijk, vanuit bestaande structuren en lopende samenwerkingen, of radicaal en sprongsgewijs. Er is wel regie nodig om ontwikkeling vanuit een gedeelde visie mogelijk te maken. Het is de vraag welke ontwerpkennis hiervoor nodig is. Ontwerpkennis die helpt om afwegingen te maken en kritisch te reflecteren op gemaakte ontwerpbesluiten. Ontwerpkennis in de vorm van bruikbare tools, instrumenten en werkwijzen. Ontwerpkennis die onderwijsontwikkelaars inspirerend vinden, waarmee ontwerpende collega’s willen leren werken en leeromgevingen verder kunnen ontwikkelen. Leeromgevingen waar samen wordt gewerkt en geleerd, zodat iedere betrokkene, student, opleider, professional uit het werkveld, onderzoeker en burger, ieder op een eigen manier, waarde kan toevoegen aan onze maatschappij.”
De titel van de openbare les van dr. Ilya Zitter is “Leeromgevingen in het beroepsonderwijs als knooppunten in onze maatschappij”. Het lectoraat Beroepsonderwijs is onderdeel van het Kenniscentrum Leren en Innoveren van Hogeschool Utrecht.
Tekst: Mariek Hilhorst
Foto: Femke van den Heuvel