Met schulden je leven opbouwen na detentie

In Nederland krijgen mensen die een delict hebben gepleegd niet alleen een straf, ze worden ook in een reclasseringstraject begeleid naar een leven zonder criminaliteit. Cliënten onder toezicht van de reclassering worstelen vaak met diverse problemen, zoals werkloosheid, verslaving of schulden. Gercoline van Beek deed promotieonderzoek naar schulden bij reclasseringscliënten en hoe zij daar beter in begeleid kunnen worden. Op 19 december ’22 verdedigde ze haar proefschrift.  

Gercoline van Beek had altijd al een sterk recht rechtvaardigheidsgevoel. “Ex-gedetineerden zitten vaak klem in het systeem, zijn soms al met een achterstand in het leven begonnen. Tegelijk zag ik professionals worstelen met de begeleiding van cliënten met schulden. Ik vroeg me af: is er niet meer perspectief te bieden aan deze doelgroep?”

Uitweg uit schulden

Hoewel schulden de kans vergroten om opnieuw in de fout te gaan, wordt er weinig begeleiding gericht op schulden geboden tijdens reclasseringstrajecten. “Het is belangrijk om hulp bij schulden onderdeel te maken van deze trajecten en vanuit een breder perspectief cliënten te helpen een leven zonder criminaliteit op te bouwen. Het is goed je als reclasseringswerker te verplaatsen in de uitdagingen van cliënten, zoals: Hoe vind je een uitweg uit je schulden wanneer het taalgebruik van hulpinstanties te ingewikkeld voor je is? Hoe bouw je een nieuw leven op wanneer je schulden hebt die onder de radar moeten blijven omdat ze zijn aangegaan in het criminele circuit?” 

"Organisaties moeten de doelgroep serieus nemen, waar mogelijk flexibel zijn en maatwerk leveren."

Licht aan het einde van de tunnel

Professionals zouden zich er meer bewust van moeten zijn hoe groot de omvang van schuldenproblematiek is, vindt Van Beek. Schulden zouden volgens haar niet los benaderd moeten worden met een puur technische oplossing, maar in samenhang met andere levensgebieden. Het zou echt beschouwd moeten worden als risicofactor voor delictgedrag. Organisaties moeten de doelgroep serieus nemen, waar mogelijk flexibel zijn en maatwerk leveren, bijvoorbeeld wanneer een cliënt de moeite neemt om zelf te bellen om een regeling te treffen. “We moeten ons beter realiseren dat schulden voor deze doelgroep extra complex zijn, omdat ze terugkeer in de maatschappij en resocialisatie belemmeren.” 

Meer vroegtijdige samenwerking 

Een andere kans die Gercoline van Beek ziet, is meer samenwerking tussen verschillende professionals. In haar onderzoek ging ze bij vijf cliënten dieper in op wat werkt. Interdisciplinair en vroegtijdig samenwerken bleek hierin een succesfactor. Reclasseringswerkers kennen de doelgroep en het gedrag, de gemeente kan meer voor de praktische kant zorgen. “Als een cliënt wil stoppen met schuldhulpverlening kan de reclassering bijvoorbeeld de stok achter de deur zijn om toch door te zetten.” 

"Geef de hoop niet op, want als je denkt dat je er bent als je om hulp hebt gevraagd, dan begint het eigenlijk pas."

Verschil maken in de praktijk

Gercoline van Beek ervaart meerwaarde in haar rol als onderzoeker. “Je kunt je vanuit een onafhankelijke positie echt verbinden met de praktijk en zonder oordeel helpen om die te verbeteren. Dat is ook echt mijn drijfveer in het onderzoek, dat je daadwerkelijk verandering in de praktijk teweeg kunt brengen.” Van Beeks onderzoek heeft al geleid tot een training voor reclasseringswerkers om cliënten met schulden te begeleiden. 

“Criminaliteit is niet goed te praten, maar mensen verdienen altijd een tweede kans, of, beter: hoeveel kansen ze ook nodig hebben.” Van Beek heeft tot slot nog een boodschap voor ex-gedetineerden: “Geef de hoop niet op, want als je denkt dat je er bent als je om hulp hebt gevraagd, dan begint het eigenlijk pas.”

Deel dit artikel