Het CvB stelt zich voor (1): Wilma Scholte op Reimer. “Ik ben een hbo’er in hart en nieren”

De HU heeft sinds 1 september 2023 een nieuw College van Bestuur. Wilma Scholte op Reimer is voorzitter geworden. Eva Reuling - tot voor kort directeur van het Institute for People & Business – is nieuw toegetreden tot het college. Tineke Zweed blijft tot 1 januari 2024 lid van het CvB. Dat zijn de namen. Maar wie zijn de mensen erachter? Tijd voor een hernieuwde kennismaking met het CvB, te beginnen met onze nieuwe collegevoorzitter: Wilma Scholte op Reimer. “In mijn nieuwe rol is teamwork belangrijker dan ooit.”

“Als je mensen op wil leiden tot goede professionals, moet je niet alleen vakinhoudelijk bezig zijn. Je moet ook ruimte bieden aan de persoonlijke en sociale ontwikkeling, voor de mens achter de professional, stelt Wilma. “Het gaat ons immers om studentsucces en niet om studiesucces: we willen de mensen die wij opleiden helpen groeien. En we willen elkaar helpen groeien. Vanuit die gedachte vind ik het belangrijk dat collega’s mij een beetje kennen."

Een andere bril

Wilma is getrouwd en moeder van drie kinderen – waarvan er twee studeren en eentje op de middelbare school zit. “Ik ben in deze levensfase dus niet alleen professioneel maar ook als moeder bezig met studiekeuzes en wat studeren behelst. Zo ben ik met ze naar open dagen geweest. Jongeren kijken met een hele andere bril naar zo’n dag, dat is heel boeiend. Zo merk ik dat maatschappelijk betekenisvol bezig willen zijn belangrijker is geworden voor de studiekeuze. Een van mijn dochters had wiskunde als favoriete vak. Tijdens een open dag leerde ze dat je bij econometrie onder andere leert uitrekenen waar je windmolens het effectiefst kunt plaatsen. Dit soort maatschappelijk belangrijke vragen leren beantwoorden, sprak haar erg aan.”

“Wat ik tijdens die open dagen ook heb ervaren, is hoe belangrijk het is om je welkom te voelen. Zeker als je net van school komt en een nieuwe fase begint, wil je ergens bij horen, je ergens deelgenoot van voelen. Als dát niet op orde is, is er geen ruimte in je hoofd om met iets cognitiefs bezig te zijn. Zo ervaar ik in mijn werk én als moeder hoe belangrijk het is om met elkaar een gemeenschap te vormen; uitnodigend te zijn.”

"Onderzoek moet voor mij altijd plaatsvinden naar aanleiding van de praktijk"

Ver fietsen

Die behoefte aan een rijke gemeenschap heeft Wilma ook zelf altijd gehad. “Ik ben opgegroeid in Saasveld, een klein boerendorp in het oosten van het land, en ging naar school in Albergen. Dat betekende dat ik elke dag best ver moest fietsen. Bij iemand spelen, waar ik veel behoefte aan had, ging vaak niet – want hoe kwam ik dan weer op tijd voor het donker thuis? Saasveld is een mooi dorp en ik kom er nog altijd graag, maar daar opgroeien was sociaal gezien best ingewikkeld. Ik heb altijd een soort hunkering gehad naar plekken waar meer mensen met elkaar samenleven. Niet voor niets ben ik al op mijn zeventiende het huis uitgegaan om te gaan studeren.”

Onderdeel van een groter geheel

Dat was aan het huidige Saxion, bij de hbo-opleiding verpleegkunde. Wilma viel op als iemand die veel vragen stelde. Een docent vroeg haar of ze niet wilde doorstuderen; gezondheidswetenschappen in Maastricht. “Dat zag ik wel zitten, niet in de laatste plaats vanwege de locatie: Maastricht! Ik vond het er geweldig. Tijdens mijn studie werkte ik als wijkverpleegkundige én was ik actief in de studievereniging. Ik voelde me daar echt onderdeel van een groter geheel en heb daar veel aan gehad. Het heeft me doen ervaren hoe belangrijk het is om als onderwijsinstelling een veilige tussenruimte te bieden, met voldoende respect voor iedereen om zijn, haar of hun mening te kunnen uiten. Elke mening is belangrijk; je leert juist van de mensen met een andere blik, een andere achtergrond. Als voorzitter wil ik mij dan ook echt inzetten voor die veilige tussenruimte.”

In hart en nieren

In Maastricht kreeg Wilma onder andere les van Lex Bouter, een goeroe in de epidemiologie. “Mijn interesse voor onderzoek is daar verder gegroeid. Zo’n inspirerende docent kan echt impact op je hebben.” Uiteindelijk kreeg Wilma de kans in Amsterdam promotieonderzoek te doen. Nu, met een PhD-titel achter haar naam, noemt zij zich echter nog altijd ‘een hbo’er in hart en nieren’. Wilma: “Dat zit hem in het feit dat ik veel waarde hecht aan het ‘kunnen’. Voor mij moet onderzoek altijd ten dienste staan van de praktijk. Neem het meten van iemands bloeddruk; dat begint als een relatief eenvoudige handeling. Maar dan ontdek je: het maakt uit of ik links of rechts meet. En als iemand met een witte doktersjas meet, is de bloeddruk opeens hoger. Welke factoren zijn er dan nog meer van belang? Een hbo-professional voelt dan de noodzaak tot verder onderzoek – om de praktijk te verbeteren. Ik baseerde mijn lectorale rede op dit – tamelijk autobiografische – voorbeeld. Onderzoek moet voor mij altijd plaatsvinden naar aanleiding van de praktijk.”

Grenzeloos ontwikkelen

Een hbo erin hart en nieren, dus. Maar niet alleen vanwege dat praktijkgerichte. Ook vanwege een andere pijler onder het hbo: samenwerken. “Mijn voorbeeld van het bloeddruk meten laat het al zien: hoe dieper je in een vraagstuk duikt, hoe complexer het wordt. Uiteindelijk heb je bijna altijd andere expertises nodig om verder te komen. Om als hogeschool optimaal te kunnen bijdragen aan het oplossen van de complexe vraagstukken van deze tijd, zullen we meer dan ooit die samenwerking moeten zoeken”, stelt Wilma. 

“Innovatie profiteert echter niet alleen van samenwerken over grenzen heen, maar ook van persoonlijke ontwikkeling over grenzen heen. Kennis wordt ontwikkeld omdat mensen zich ontwikkelen. Voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling van studenten is het dan ook belangrijk dat zij soepel kunnen doorstuderen. Ons onderwijs omvat niet voor niets niveau 5 – de Associate degree – tot en met 8, de professional doctorate. Als hogeschool werken we aan doorlopende leerlijnen, waarin onderwijs en onderzoek samen optrekken.”

"Kennis wordt ontwikkeld omdat mensen zich ontwikkelen"

Focus

Wilma wil zich als voorzitter stevig inzetten voor die verbinding tussen onderwijs en onderzoek, vertelt ze. “Door onderwijs meer te betrekken in het onderzoek en omgekeerd, door samen complexe thema’s aan te pakken, kunnen wij onze studenten nog beter opleiden voor de beroepspraktijk en onze maatschappelijke impact vergroten. Daar zetten we op in met de schaalsprong onderzoek.” Daarbij is het wel nodig om een gezamenlijke focus te houden, stelt Wilma. “Je kan je niet op alle complexe vraagstukken richten, dan verlies je enorm aan slagkracht. Het is belangrijk je sterktes te kennen en je daarop te richten. Daarom hebben wij vier expertisegebieden geformuleerd die laten zien waar de HU voor stáát. Met die expertisegebieden sluiten we aan op de regionale agenda en zoeken we de samenwerking met partners uit de regio.”

Diensten dichterbij

Een andere verbinding waar Wilma in wil investeren, is die tussen de diensten en het primaire proces. “We hebben de diensten sinds 2014 centraal georganiseerd en steeds meer gestandaardiseerd. Daarmee is de ondersteuning van onderwijs en onderzoek robuust geworden. De diensten zijn nu beter in staat om flexibele leerlijnen en dwarsverbanden over de grenzen van opleidingen en lectoraten heen te ondersteunen. Daarvoor is het nog wel nodig dat diensten, lectoraten en opleidingen dichter bij elkaar komen."

Het is net roeien

“Die rol als verbinder is misschien wel het grootste verschil met mijn vorige positie in het College van Bestuur. Maar verbinden doe je niet alleen, dat moet je samen doen”, stelt Wilma. Ze vergelijkt het met haar favoriete sport, roeien. “Roeien gaat om samenwerken; elkaar vertrouwen en elkaar aanvoelen. We wisselen in de boot af en toe van plek, zodat je de positie van de ander snapt en ervaart: dit is dus de opdracht waar die ander voor staat. Je snapt dan beter wat de ander inbrengt in het team en krijgt daar ook respect voor. Je begrijpt ook beter hoe je elkaar kan helpen. Mijn positie bij het roeien is ‘op slag’. Dan geef je het ritme van de boot aan. Je moet heel goed luisteren of mensen meekunnen in dat ritme. Want als je aan gelijkheid verliest, verlies je aan snelheid. Als alles goed gaat, wordt de boot letterlijk gelift – en gaat het roeien een stuk makkelijker. Dat is een fantastisch gevoel. Wanneer je merkt dat iemand moeite heeft het tempo bij te houden, dan moet je daarop reageren. Soms moet je het ritme iets omlaag halen om te zorgen dat de boot toch weer die lift krijgt. Ik vind dat de essentie van goed teamwork. In mijn nieuwe rol is teamwork belangrijker dan ooit.”

Lees ook: Het CvB stelt zich voor (2): Eva Reuling. “Werken voor de HU vind ik een wereldbaan”

Deel dit artikel