‘De fysiotherapeut behandelt ook zorgen over het bewegingsapparaat’
Wie pijn ervaart, heeft daar bepaalde gedachten over: wat is er aan de hand, hoelang gaat het duren, moet ik naar de huisarts? Edwin de Raaij onderzocht of dit soort gedachten, ook wel ‘percepties’, van belang zijn voor fysiotherapeuten om rekening mee te houden. Op 16 december promoveerde hij.
Fysiotherapeuten zien mensen die klachten hebben aan het bewegingsapparaat. Daarbij gaan zij na of er biomedische oorzaken zijn aan te wijzen: is er sprake van bijvoorbeeld een infectie, een breuk, en beknelde zenuw? “Zeker bij langdurige pijnklachten is er maar in een paar procent van de gevallen zo’n biomedische verklaring”, zegt Edwin de Raaij. “Daarom kijken we ook naar psychologische en sociale factoren die bij de patiënt een rol kunnen spelen.” Dat wordt de ‘biopsychosociale benadering’ genoemd: de fysiotherapeut krijgt steeds meer oog voor psychologische factoren die gerelateerd zijn aan het bewegingsapparaat.
Vermijden
In 1983, tijdens zijn studie Fysiotherapie, hoorde De Raaij een docent zeggen: “Pijn is best ingewikkeld.” Dat fascineerde hem mateloos. In zijn werk als fysiotherapeut zag hij dat patiënten op verschillende manieren dachten over hun klachten, en het leek wel alsof die houding samenhing met de mate en het tempo waarin mensen herstelden. Bijvoorbeeld iemand die door zijn rug gaat en enkele dagen veel pijn heeft. “Als zo iemand weer opknapt maar angstig blijft dat het weer gebeurt, kan diegene bepaalde bewegingen gaan vermijden. Dat zou invloed kunnen hebben op de mate waarin het lichaam herstelt en aansterkt.” Dat wordt een disfunctionele perceptie genoemd: een overtuiging die herstel in de weg staat. Spelen disfunctionele percepties inderdaad een rol in het herstel van klachten aan het bewegingsapparaat, vroeg De Raaij zich af, en zo ja, hoe kan de fysiotherapeut die dan uitvragen en er mee werken? “Dat wilde ik altijd al eens uitzoeken.”
Toetsen
De Raaij werd in 2006 parttime docent Fysiotherapie bij de HU. Hij volgde de master Fysiotherapiewetenschap, waarin hij een Engelstalige vragenlijst over percepties vertaalde naar het Nederlands (de IPQ-K). De volgende stap was, om die vragenlijst ook echt te gaan toetsen en in te gaan zetten. Harriët Wittink, lector Leefstijl en Gezondheid en internationaal erkend specialist op gebied van chronische pijn, zag het wel zitten. De Raaij ontving in 2015 een NWO-promotiebeurs voor docenten en ging aan de slag.
Controle
“In mijn onderzoek hebben we gekeken welke percepties patiënten van een aantal Nederlandse fysiotherapeuten hebben en of ze verband houden met de beperkingen die zij ervaren. We hebben literatuuronderzoek gedaan naar de rol van percepties en getoetst of die uitkomsten ook matchen met de Nederlandse situatie.” Daarvoor werd de vragenlijst afgenomen bij 657 patiënten van elf praktijken. Uit die groep werden 251 mensen gevolgd gedurende hun behandeling. Percepties bleken voor een klein deel pijn en beperkingen te beïnvloeden.
Casestudies
De derde fase van het onderzoek kende een innovatieve opzet, de zogenoemde ‘single case experimental design’. De Raaij: “We selecteerden negen patiënten met disfunctionele percepties die werden behandeld door speciaal getrainde fysiotherapeuten. Van elke sessie werd nauwkeurig verslag gedaan. Zo kregen we per persoon minstens 25 meetpunten met heel veel data.” De percepties van de patiënten werden uitgevraagd met de IPQ-K en aanvullende vragenlijsten over bijvoorbeeld vermijdingsgedrag. De fysiotherapeuten testten verschillende interventies om percepties aan te passen. Dat leverde negen casestudies op die inzicht geven in hoe we als beroepsgroep kunnen werken met percepties. “Daarbij zagen we inderdaad dat percepties een verschil maken. Wie aan het begin van de behandeling aangeeft dat hij niet zoveel kon doen aan de klachten, herstelt minder goed dan iemand die denkt controle te hebben.”
Geruststellen
Volgens De Raaij helpt dit onderzoek fysiotherapeuten om hun biopsychosociale benadering meer vlees op de botten te geven. “De vragenlijst IPQ-K kan helpen om fysiotherapeuten die dat niet gewend zijn kennis te laten maken met de psychologische dimensie. Voor zowel patiënt als behandelaar is het een veilige ingang om het te hebben over de rol van gedrag en opvattingen in de klachten en het herstel. Fysiotherapeuten zijn geen psychologen, en dat moeten we ook niet willen zijn. We zijn specialist in het bewegingsapparaat, en daar hoort bij dat we werken met de zorgen, angst en twijfel van mensen over de werking daarvan. Daar heeft de psycholoog geen verstand van, wij wel. En dus kunnen we mensen geruststellen, of in elk geval niet bang maken met verkeerde voorstellingen van hoe het lichaam in elkaar zit.”
Edwin de Raaij promoveerde op 16 december op zijn proefschrift ‘The Percept Study: Illness Perceptions in Physiotherapy’. Promotor is prof. dr. Raymond Ostelo (Fysiotherapie, VU), copromotor is dr. Harriët Wittink (lector Leefstijl & Gezondheid, HU). Hij blijft verbonden aan de bachelor- en masteropleidingen Fysiotherapie van de HU, waar hij studenten onderwijst over anders omgaan met pijn en de biopsychosociale benadering verder uitbouwt in het onderwijs. Daarnaast werkt hij twee dagen in de week in de eerstelijns fysiotherapie bij Wolbert-Fysio te Uden.