Succesvol samenwerken om transities te versnellen

Karin Geuijen

Om complexe maatschappelijke vraagstukken op te lossen, werken overheden, ondernemingen, maatschappelijke organisaties, bewoners en kennisinstellingen steeds vaker samen. Bijvoorbeeld op het gebied van energie, biodiversiteit, digitalisering en asielopvang. Maar hoe zorg je dat zulke netwerken succesvol en duurzaam zijn? Lector Karin Geuijen van Hogeschool Utrecht onderzoekt wat professionals in organisaties nodig hebben om effectief samen te kunnen werken. Op 31 oktober gaf zij haar openbare les.

“Vraagstukken in transities zijn zo complex dat je ze onmogelijk in slechts één organisatie kunt aanpakken. Je zult dus moeten samenwerken. Maar voor regimes die er al langere tijd zijn, zoals ons voedselsysteem, mobiliteitssysteem en energiesysteem, is innoveren heel lastig. Want zulke systemen bestaan uit veel verschillende partijen en aspecten: bedrijfsleven, beleid en politiek, kennis en technologie, en cultuur”, vertelt Karin Geuijen.

“Actoren in zulke systemen zitten vaak vast in bestaande praktijken en regels, die geen oplossingen meer bieden voor de huidige maatschappelijke issues. Het lectoraat Netwerken voor Transities onderzoekt hoe samenwerken in netwerken voor transities concreet in zijn werk gaat, en welke aspecten cruciaal zijn voor succes. Daarover produceren we praktisch toepasbare kennis voor bedrijven en organisaties.”

Activistische professionals

“In organisaties die al langere tijd bestaan werken niet alleen ‘brave’ professionals, maar ook professionals die zich actief verzetten tegen de gangbare werkwijzen”, vervolgt Geuijen. “Zoals ‘activistische’ ambtenaren, managers en beleidsmakers die in bedrijven en organisaties werken aan de afbouw van niet-duurzame productie. We bestuderen het ‘transformatieve vermogen’ van deze activistische professionals. Hoe werken ze samen met mensen in ‘niches’, plekken waar alternatieve diensten, producten, manieren van organiseren, denken en handelen ontwikkeld worden? Denk aan energiecollectieven, biologische landbouwbedrijven en voedselbanken.”

Onzekerheid en onvoorspelbaarheid

“Lerende en innoverende professionals die werken aan transities zijn bijvoorbeeld ambtenaren in innovatiegedreven eenheden, stadsmakers, kunstenaars, journalisten, en sommige docenten en onderzoekers. Hoe gaan deze professionals om met de complexiteit en dynamiek in hun beroepspraktijken? Ook dit onderzoeken we. Zo kunnen we onze studenten opgeleiden tot professionals die een kritische en reflexieve blik ontwikkelen op transities. Actoren binnen deze netwerken moeten in elk geval goed kunnen omgaan met onzekerheid en onvoorspelbaarheid. Daarvoor hebben ze nieuwe professionele vermogens nodig, zoals verschillende waardensystemen kunnen herkennen en kunnen samenwerken bij waardenconflicten.”

Elkaar nodig hebben

“Om echte veranderingen tot stand te brengen, hebben regime- en nichepartijen elkaar nodig. Niet alleen in publiek-private, maar ook in publiek-civiele en in privaat-civiele samenwerkingen. Mensen die werken in al langer gevestigde organisaties en systemen zitten dicht bij het vuur en hebben daardoor meer kans om aanpassingen tot stand te brengen. Maar de ontwikkeling van innovaties gebeurt in niches. Mensen in niches en professionals in al langere tijd bestaande organisaties brengen verschillende belangen, macht, middelen en mogelijkheden in. Ook de rol van intermediairs is cruciaal: zij maken de vertaalslag tussen het creëren van niches en het ontmantelen van gevestigde regimes. We onderzoeken hoe ze dat doen.”

Rol lokale overheden steeds groter

“Veel lokale overheden zoeken naar manieren om stedelijke experimenten te ondersteunen, of zijn zelfs trekkers van deze initiatieven. Bijvoorbeeld lokale overheden die in internationale stedennetwerken samenwerken met sociale bewegingen aan een radicale koerswijziging rondom EU-migratie en asielbeleid. Lokale autoriteiten nemen steeds vaker nieuwe rollen op zich om transnationale problemen op te lossen. Want op lokaal niveau worden de problemen het hardst ervaren en is de druk groot om ze op te lossen. Bijvoorbeeld hitte in de stad en problemen door migratie. Die druk leidt ertoe dat lokale overheden zoeken naar pragmatische oplossingen. Hun rol als verbinder en versneller willen we verder onderzoeken.”

“Lokaal leiderschap en lokale democratie zijn ontzettend belangrijk als transities lastig zijn. Er zijn talloze lokale bottom-up initiatieven waar geëxperimenteerd wordt met nieuwe werkwijzen en samenwerkingsvormen. Het kán dus niet alleen, het gebeurt ook al en dat stemt ons hoopvol.”

De openbare les van dr. Karin Geuijen vond plaats op 31 oktober. Het lectoraat Netwerken voor Transities (LNT) is onderdeel van het Kenniscentrum Leren en Innoveren (LENI) van Hogeschool Utrecht.

Tekst: Mariek Hilhorst

HU-nieuwsbrief, blijf op de hoogte

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks het belangrijkste nieuws over ons onderwijs, onderzoek en onze impact op de regio.

Meld je aan

Deel dit artikel