"Aandacht voor ondervoeding bij ouderen moet dagelijkse praktijk worden"
Zo’n 35 procent van de ouderen die zorg nodig heeft is ondervoed, met negatieve gevolgen voor hun algehele gezondheid (bron: Kenniscentrum Ondervoeding). Verpleegkundig personeel heeft hier niet altijd oog voor. Debbie ten Cate onderzocht hoe verpleegkundigen in het ziekenhuis en de wijk voedingszorg beter kunnen integreren in hun dagelijkse praktijk. Zij promoveert op 7 februari.
“Toen ik op de cardiologieafdeling van het St. Antonius Ziekenhuis werkte, merkte ik dat ouderen vaak ondervoed binnenkwamen of snel ondervoed raakten tijdens hun opname. Als verpleegkundige heb ik me hier veel mee bezig gehouden. Toen de mogelijkheid zich aandiende om binnen het nationale onderzoeksproject Basic Care Revisited een promotieonderzoek te doen naar ondervoeding, was voor mij de keuze snel gemaakt”, vertelt Debbie ten Cate, promovendus van het lectoraat Proactieve Zorg voor Thuiswonende Ouderen.
Suboptimale voedingszorg
“Voedingszorg bij ouderen is ontzettend belangrijk, maar ook uitdagend. Ze eten vaak minder omdat ze bijvoorbeeld sneller verzadigd zijn, minder proeven of eenzaam zijn en niet voor zichzelf willen of kunnen koken. Ook kampen ouderen vaak met meerdere (ouderdoms)ziektes waarbij specifieke voedingsstoffen essentieel zijn. Daarbij is ondervoeding ook niet altijd makkelijk te herkennen; ondervoeding betekent lang niet altijd ondergewicht”, legt Ten Cate uit.
Ten Cate wilde op basis van haar onderzoek een voedingsinterventie ontwikkelen voor thuiswonende ouderen die opgenomen moeten worden in een ziekenhuis. Zij kwam erachter dat er binnen het verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek weinig bekend was rondom dit thema. “Deze bevinding deed mij beseffen dat ik een stapje terug moest doen. Ik ben mij daarom gaan richten op hoe verpleegkundigen voedingszorg uitvoeren. Want hoewel veel verpleegkundigen aangaven voedingszorg belangrijk te vinden, is deze suboptimaal bij thuiswonende ouderen voor, tijdens en na een ziekenhuisopname. Ik heb verschillende onderzoeken uitgevoerd bij verpleegkundigen in het ziekenhuis en de wijk, bij oudere zorgvragers en bij mantelzorgers, en daaruit factoren geïdentificeerd die bepalend zijn voor het gedrag van verpleegkundigen ten opzichte van voedingszorg. Daaruit kwam naar voren dat er een gebrek aan juiste kennis is rondom voedingszorg, dat het een lage prioritering heeft en dat er een matig bewustzijn van de risicofactoren is. Ook verkleint een sterke focus op medische voeding de aandacht voor de totale voedingszorg”, vertelt Ten Cate.
Gedragsverandering
Met deze factoren in kaart besloot Ten Cate een leerinterventie te ontwikkelen die gericht is op een gedragsverandering bij verpleegkundigen en verzorgenden in het ziekenhuis en de wijk. “Het motiveren van verpleegkundigen en verzorgenden heb ik als uitgangspunt genomen bij het ontwikkelen van de leerinterventie. Hierbij heb ik geprobeerd om de afstand tussen het leren en de praktijk zo klein mogelijk te maken. In een online programma, dat zowel thuis als op het werk kan worden gevolgd, heb ik in een team van onderzoekers en experts uit de praktijk dertig stellingen opgesteld die alle aspecten van verpleegkundige voedingszorg omvatten. Een korte en krachtige leerinterventie met als doel de kennis en het gedrag van verpleegkundigen en verzorgenden rondom voedingszorg te verbeteren.”
Uitdagingen
De leerinterventie is een belangrijke eerste stap in het verbeteren van de voedingszorg, maar Ten Cate is ook realistisch. “Ik heb veel positieve geluiden gehoord over de leerinterventie. Verpleegkundigen zijn bereid om te leren, maar gedragsverandering blijft complex. Het is nodig dat niet alleen de verpleegkundigen maar ook de praktijk eromheen meebeweegt. De vaste protocollen en processen binnen de zorg, de hoge werkdruk en personeelstekorten maken dat zorg met minder hoge prioritering, zoals voedingszorg, lastig in te passen is. Maar ik ben ook hoopvol, in het Integraal Zorgakkoord is er veel aandacht voor preventie. Voedingszorg speelt hierin een belangrijke rol, waardoor er steeds meer aandacht voor komt. En daar ben ik blij om, want voor wie gezond wil blijven is goede voeding cruciaal”, sluit Ten Cate af.