Onderzoek naar aanleiding toeslagenschandaal helpt gemeenten bij maatwerk in sociaal beleid

De omvang en ernst van het toeslagenschandaal hebben de gemeenten Utrecht, Amsterdam en Almere geschokt. Zij zagen hoe door strikte uitvoering van wet- en regelgeving hun inwoners in knellende situaties terecht kwamen. Ook al droegen de gemeenten hier geen verantwoordelijkheid voor, ze willen er wel graag lessen uit trekken. Zij verzochten Hogeschool Utrecht, de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit Utrecht onderzoek te doen naar deze ‘knellende mechanismen’. Dat heeft lessen opgeleverd die breder relevant zijn, stelt HU-onderzoeker Rosanne Oomkens.

Rosanne OomkensDe onderzoekers lieten vragenlijsten invullen door professionals in het sociaal domein, zoals medewerkers van de afdeling Werk en Inkomen, schuldhulpverleners en uitvoerenden van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Ook hielden zij verdiepende interviews met uitvoerende professionals en stakeholders uit de drie gemeenten en interviewden zij vijf gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire. “We wilden meer gedupeerden interviewen, maar velen gaven aan dat zij de affaire en de impact die dit op hen heeft gehad achter zich willen laten”, vertelt Rosanne Oomkens. Zij was als onderzoeker van het lectoraat Schulden & Incasso van Hogeschool Utrecht betrokken bij het onderzoek.

Acht lessen

Uit de opbrengsten kwamen acht lessen naar voren. Oomkens: “Deze lessen zijn mede gericht op het voorkomen van knellende situaties; voorkomen is immers beter dan genezen.” Eén belangrijke aanbeveling is het vergroten van de kennis die professionals hebben van de geest van wet- en regelgeving en van de juridische maatwerkmogelijkheden. “De kennis van de discretionaire ruimte die wet- en regelgeving biedt, blijkt bij een deel van de professionals in het sociaal domein onvoldoende te zijn. Terwijl deze kennis essentieel is om knellende situaties te kunnen voorkomen”, stelt Oomkens.

Subjectief en politiek

Het expliciteren van ‘de bedoeling’ van landelijke wet- en regelgeving en van lokale beleidsregels zou professionals handvatten kunnen geven om vast te stellen of maatwerk mogelijk is. Het ontwikkelen van een eenduidig afwegingskader voor wanneer je wel of niet mag afwijken van de strikte lijn van wet- en regelgeving, is echter lastig - zo niet onmogelijk. Daarvoor is het werkveld van professionals in het sociaal domein te complex, stelt Oomkens. “Het beoordelen of een situatie ‘knellend’ is, doet dus altijd een groot beroep op het morele kompas van professionals. Of iets als ‘knellend’ wordt beschouwd en wanneer maatwerk nodig is, is uiteindelijk een moreel oordeel en dus subjectief - en daarmee ook politiek.”

Feedbackloop

Omdat het beroep op het morele kompas van sociale professionals zo groot is, is het extra belangrijk dat deze professionals hun kompas op elkaar afstemmen en leren van elkaars inzichten en ervaringen. Dit helpt terughoudendheid bij het opzoeken van de ruimte in wet- en regelgeving te voorkomen – en daarmee onnodige knellende situaties voor te zijn. Een andere les uit het onderzoek is dan ook het belang van gestructureerd uitgevoerde casuïstiekbesprekingen, die de feedbackloop binnen en tussen organisaties kunnen versterken, vertelt Oomkens. “Het is daarbij belangrijk dat deze besprekingen gestructureerd en systematisch worden uitgevoerd. Een heldere terugkoppeling richting aanwezigen is essentieel, omdat anders het vertrouwen in een serieuze opvolging van het signaal afneemt. Het is van belang dat de aanwezigen allen het gevoel hebben zowel kennis en inzichten te kunnen brengen als halen.”

Meer oog voor de menselijke maat

“Hoewel iedere gemeente zijn eigen structuren en culturen kent, zijn er geen redenen om aan te nemen dat de onderzochte gemeenten ‘uniek’ zijn. Dit maakt dat de inzichten uit het onderzoek ook relevant zijn voor andere gemeenten”, stelt Oomkens. “Bovendien gaat dit onderzoek over het signaleren, agenderen en opvolgen van knellende situaties in het sociaal domein in het algemeen. Het onderzoek kan gemeenten helpen om meer oog te hebben voor de menselijke maat.”

Inzichten voor het onderwijs

De onderzoeksresultaten zijn volgens Oomkens ook relevant voor aankomende professionals. “Het zou mooi en zinvol zijn om de resultaten een plek te geven in het onderwijs binnen het Instituut voor Recht en binnen Social Work. Sociaaljuridische dienstverleners, medewerkers bezwaar en beroep, sociaal werkers en wijkteammedewerkers kunnen allemaal te maken krijgen met situaties waarbij burgers flink in de knel komen door wet- en regelgeving. Doordat er steeds meer oog komt voor de menselijke maat in recht en uitvoering vraagt dit ook iets anders van toekomstige professionals, en dus van de manier waarop wij hen opleiden.”

Lees hier het hele onderzoeksrapport: Knellende mechanismen - Het signaleren, agenderen en opvolgen van knellende mechanismen in de gemeenten Amsterdam, Almere en Utrecht

Deel dit artikel