Nieuwe lector Innovatie van Beweegzorg
Tien jaar geleden ging het Lectoraat Innovatie van Beweegzorg van start. In die tien jaar groeide het onder leiding van lector Cindy Veenhof uit tot een belangrijke innovatiepartner voor onderwijs en beroepspraktijk. Cindy geeft het stokje nu door aan collega Di-Janne Barten. De oude en nieuwe lector vertellen over de successen, de uitdagingen en waarom de tijd dat je met je pantoffels in het ziekenhuisbed kon blijven liggen, echt voorbij is.
Toen Cindy Veenhof eind 2014 als lector aan de HU begon, trad ze ook aan als hoogleraar op het UMC Utrecht. Die dubbelfunctie was geen toeval. “Het lectoraat is tot stand gekomen vanuit gedeelde onderzoeksvragen en doelen. De verbinding met het UMC Utrecht is hecht. De mensen waarmee ik als hoogleraar op het UMC Utrecht werkte en de mensen van ons lectoraat beschouwen we dan ook als één groep. De combinatie van de twee instellingen geeft ons meer slagkracht in het onderzoeksveld en maakt ons extra waardevol voor de beroepspraktijk.”
Niet alleen begon ze tegelijk aan beide functies, ze heeft nu ook beide functies tegelijk vaarwel gezegd – Thomas Hoogeboom nam haar functie over als hoogleraar bij het UMC Utrecht. “Ik wist tien jaar geleden al dat ik het zo ging doen”, vertelt Cindy. “Er zijn niet zoveel invloedrijke onderzoeksfuncties in ons vakgebied, dus is het goed op een gegeven moment plaatst te maken voor anderen. Frisse, nieuwe energie is goed voor het onderzoek en goed voor het team."
Een nieuwe onderzoekslijn
Dat is best uitzonderlijk; het komt zelden voor dat mensen in dit soort posities vrijwillig plaats maakt voor anderen. “Zeker in de academische wereld werd met verbazing gereageerd”, vertelt Di-Janne Barten. Zij begon 1 januari 2025 als nieuwe lector Innovatie van Beweegzorg. Maar ze is niet nieuw binnen het lectoraat. In september 2016 nam Cindy haar aan als senior-onderzoeker bij een van de onderzoekslijnen van het lectoraat: Beweegzorg in de Wijk. De andere onderzoekslijnen zijn: Integratie van nieuwe technologie in de beweegzorg, Fysieke zelfredzaamheid rond ziekenhuisopnames, en Gedragsverandering richting een gezonde en duurzame leefstijl. De namen spreken boekdelen: het lectoraat draait niet alleen om technologische innovaties maar ook om innovaties in aanpak en gedrag. “Allemaal met het doel de kwaliteit van het leven van mensen te verhogen”, stelt Di-Janne. “Ze verklapt dat er nog een onderzoekslijn bij gaat komen: Inclusieve beweegzorg. “Hierin gaan we aandacht besteden aan de digitale gezondheidsvaardigheden van burgers en patiënten.”
"Het netwerk is sterker geworden en daarmee zijn onze projecten sterker geworden"
Implementatie meer op de kaart
De keuze voor Di-Janne als nieuwe lector is er een voor continuïteit. “Ik zit al heel lang in deze groep en ben dus een beetje besmet door Cindy’s goede voorbeeld”, lacht Di-Janne. “Het zou gek zijn als ik het opeens heel anders aan zou pakken. En continuïteit is erg belangrijk voor kwaliteit.” Wat niet wil zeggen dat er geen accentverschillen zijn. “Ik wil vooral implementatie nog meer op de kaart zetten. Onze onderzoekers hebben van veel interventies de effectiviteit aangetoond. Toch blijven die nog vaak op de plank liggen. We willen meer van deze effectieve interventies naar de praktijk brengen. Daar gaan we ons voor inzetten.”
Ook gaat het lectoraat meer onderzoek doen naar prehabilitatie-trajecten, ofwel naar het voorbereiden van patiënten op operaties, om ze zo fit mogelijk te houden in het hele traject van voorbereiding tot ziekenhuisontslag. “Patiënten die met pantoffels aan in het ziekenhuis in bed gaan liggen en daar blijven, dat is niet meer van deze tijd.”
Een trekker geworden
Dat is de toekomst. Maar hoe kijken de oude en nieuwe lector terug op de afgelopen tien jaar? Cindy: “We zijn echt een trekker geworden op het gebied van technologie in de beweegzorg. Van pionieren met technologie tot de implementatie van die technologie: hoe combineer je fysieke zorg met digitale tools die passen bij de hulpvraag - en bij de capaciteiten van patiënt en fysiotherapeut? Daar hebben we de beroepsgroep zeer mee geholpen. Dat hebben we niet alleen gedaan. Er is een exponentiële groei geweest van het aantal samenwerkingsverbanden met het werkveld. Het netwerk is sterker geworden en daarmee zijn onze projecten sterker geworden.”
De kracht van het hbo
Di-Janne: “Ik vind het mooi dat we binnen dat netwerk van betekenis zijn voor zowel het onderwijs als voor de beroepspraktijk. Ik ben bijvoorbeeld trots op de onderwijsmodule Beweegzorg in de Wijk, die studenten vanuit de door ons gegenereerde kennis leert over onderwerpen als valpreventie, fysieke redzaamheid en persoonsgerichte zorg. Een project als MOVES richt zich dan juist weer direct op de beroepspraktijk, vanuit de vraag: hoe kunnen fysiotherapeuten bijdragen aan de veranderende zorg op een manier die voor hen als mkb-organisaties rendabel is? Daarbij waren vele disciplines betrokken, zoals marketing en ondernemerschap.”
“We moeten het ook wel samen doen. De wereld is een stuk complexer geworden”, vervolgt Di-Janne. “Praktijkgericht onderzoek vindt tegenwoordig vooral plaats in brede consortia met diverse disciplines. Dat maakt het opzetten van onderzoek en het borgen van de resultaten supercomplex. Maar samen genereer je óók veel meer nieuwe kennis. Die verbanden leggen, die netwerkfunctie, dat is echt de kracht van het hbo.”
Alle vertrouwen
Cindy: “Ik heb afscheid genomen met pijn in mijn buik want het is een prachtig vak. Maar ik geef het stokje met alle vertrouwen door. We hebben de afgelopen tien jaar samen iets heel moois neergezet.”