De hoop in uitzichtloosheid

Yaël de Kruijf liep in het derde jaar van haar studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening stage bij een instelling voor acute psychiatrie in Amersfoort. Ze zag daar cliënten die al jaren behandeld en begeleid werden en daar moe en hopeloos van waren geworden. Ze begonnen wel eens over euthanasie, maar hier werd door hulpverleners niet altijd aandachtig bij stilgestaan. Het leek wel taboe. Voor haar afstuderen besloot Yaël zich er verder in te verdiepen en schreef er een artikel over waarmee ze de tweede prijs van de topartikelenwedstrijd van de HU won. 
Bron: Yaël de Kruijf, foto door Kees Rutten

Yaël stelt dat juist het stilstaan bij wensen voor levensbeëindiging mogelijkheden kan bieden tot herstel, of een mogelijkheid om suïcide te voorkomen en waardig te sterven. Zij ziet een rol voor de sociaal werker in het signaleren en bespreekbaar maken, omdat deze een schakel kan zijn tussen de patiënt en de behandelaar.

"Als het gaat over euthanasie in de ggz wordt vaak naar de psychiater of organisaties gekeken, terwijl juist de sociaal werker een belangrijke rol kan spelen."

Begeleidend docent Francien Bruggink

Stijgend aantal euthanasieverzoeken

Sinds enkele jaren stijgt het aantal euthanasieverzoeken door mensen met een psychiatrische aandoening. In 2019 werden er 822 verzoeken tot euthanasie ingediend bij het Expertisecentrum Euthanasie (Expertisecentrum Euthanasie, 2020), 126 meer dan het jaar ervoor. ‘Slechts’ 62 van deze verzoeken zijn ingewilligd. Het taboe rondom dit onderwerp binnen de ggz blijft een groot probleem, schetst Yaël  in haar artikel. Psychiaters krijgen het verwijt weg te lopen voor de doodswens van hun patiënten. Zij zijn steeds minder bereid om zelf euthanasie te verlenen en verwijzen hun patiënten vaak door naar het Expertisecentrum Euthanasie, waar de wachttijden verder oplopen.

Dilemma’s van hulpverleners

Dit roept de vraag op: waarom zijn hulpverleners binnen de ggz zo huiverig om het onderwerp euthanasie bij hun patiënten bespreekbaar te maken? Beschermen zij hiermee de patiënt tegen het maken van een fatale fout? Of weerhouden ze patiënten juist van de erkenning die zij nodig hebben om de strijd tegen psychische aandoeningen voort te zetten? Yaël ontdekte in onderzoeken dat ggz-behandelaren gemoeds- en gewetensbezwaren ervaren bij het verlenen van euthanasie of hulp bij zelfdoding. Vaak zien ggz-behandelaren nog veel behandelmogelijkheden, al kan de patiënt hier vaak de kracht niet meer voor opbrengen. Ze zijn bang om in een stroomversnelling naar euthanasie terecht te komen en hiermee de mogelijkheid tot herstel weg te nemen.

Een open gesprek

Dat die ‘stroomversnelling naar euthanasie’ ook anders kan uitpakken, concludeert Yaël op basis van uitgebreid dossieronderzoek door Kammeraat & Kölling (2020). Ruim 50% van de patiënten kiest nadat hun euthanasieverzoek in behandeling is genomen toch voor het leven. Een open gesprek, validatie en het ontdekken van nieuwe behandelmogelijkheden tijdens het traject zijn hier de belangrijkste oorzaken voor. Voor sociaal werkers ligt hierin een belangrijke uitdaging. Zij zijn de schakel tussen de patiënt en de behandelaar en hebben hierin een signalerende rol. Zij kunnen observeren hoe hun organisatie omgaat met het onderwerp euthanasie en kunnen hun kennis en ervaring inzetten om dit te verbeteren. De belangrijkste uitdaging voor sociaal werkers is om zich hard te maken voor meer bespreekbaarheid van het onderwerp euthanasie binnen de ggz. Dat heeft hoe dan ook positieve gevolgen voor de cliënt schrijft Yaël in haar artikel: erkenning van diens wens, de mogelijkheid van een bijdrage aan het herstel of van een waardig einde. Een vernieuwend perspectief, volgens de jury. 

Belangrijke verschillen

Inmiddels werkt Yaël fulltime bij de instelling waar ze stage liep, nu op de afdeling high intensive care. Daar komt suïcidaliteit meer voor dan een duurzame doodswens. “Ik ken nu het belang van het onderscheid, en dat je met elk verschillend moet omgaan”, vertelt ze. Dat is lang niet overal bekend. In de literatuur ontdekte Yaël dat patiënten bij een duurzame doodswens vaak erg open zijn over hun lijden en lang nadachten over hun verzoek tot euthanasie. Ze kunnen op een genuanceerde manier naar hun situatie kijken. Bij patiënten waar suïcidaliteit een rol speelt, is de doodswens impulsiever en dus vaak tijdelijk. “Bij mij op de afdeling wordt niet altijd concreet over dit verschil gesproken. Het lijkt me leuk om daar scholing over te geven of op te zetten, maar ik ben nu vooral bezig met inkomen in de rol van afgestudeerde werknemer.”

Euthanasie in de ggz

Trajectum, het onafhankelijk journalistiek platform voor Hogeschool Utrecht publiceerde Yaëls artikel in ingekorte vorm. 

Lees verder

Over de Topartikelen

Het volledige artikel van Yaël is te lezen in de bundeling van Topartikelen 2020. Het is de tiende en laatste editie in de succesvolle reeks met winnende artikelen van de jaarlijkse Topartikelwedstrijd voor afstudeerders van de sociale opleidingen van Hogeschool Utrecht. 

Lees verder: