Wat werkt in ontwikkelwerkplaatsen?

Auteurs Raymond Kloppenburg, Ed de Jonge, Kees Greven
Publicatiedatum 2020
Lectoraat Wonen en Welzijn, Onderzoekend Vermogen
Soort publicatie Rapport

Samenvatting

In dit rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van een onderzoek naar ontwikkelwerkplaatsen die zijn geïnitieerd en uitgevoerd. Het onderzoek vond plaats in de periode januari 2019 - juni 2020 door onderzoekers van de lectoraten: Wonen en Welzijn, Participatie Zorg en Ondersteuning en Jeugd van het Kenniscentrum Sociale Innovatie en met ondersteuning van het Lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek van de Hogeschool Utrecht. Het onderzoek is door al deze lectoraten uit eigen middelen gefinancierd. De aanleiding voor dit onderzoek was dat het moment zich ervoor leent samen met facilitators en onderzoekers van deze werkplaatsen terug te blikken en vooruit te kijken. De bedoeling ervan was niet alleen een evaluatie uit te voeren maar tevens te leren van deze ervaringen en bij te dragen aan de verdere ontwikkeling en onderbouwing van de ontwikkelwerkplaatsen als een succesformule voor praktijkonderzoek. Over het algemeen is namelijk de indruk dat de ontwikkelwerkplaatsen een krachtige stimulans vormen voor praktijkontwikkeling, maar het is nog niet zo eenvoudig aan te geven waardoor dit het geval is. Vragen die hiermee samenhangen zijn welke doelen worden nagestreefd en welke resultaten worden bereikt, wat werkzame elementen zijn en waarom ze in de ene situatie wel goed uitpakken en in een andere iets minder (zie Metz, 2020 voor een actueel en verhelderend overzicht van de stand van zaken).

Aan deze publicatie werkten mee

  • Ed de Jonge | Onderzoeker |  Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening
    Ed de Jonge
    • Onderzoeker
    • Lectoraat: Wonen en Welzijn
  • Kees Greven|junior onderzoeker| lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek
    Kees Greven
    • Onderzoeker
    • Lectoraat: Onderzoekend Vermogen

Taal Nederlands
Trefwoorden wat werkt, werkzame factoren, ontwikkelwerkplaatsen

Raymond Kloppenburg