Verpleegkunde (HU) en Geneeskunde (UU) ontwikkelen gezamenlijke cursus Voeding en Leefstijl

Gezonde voeding, een actieve leefstijl, mentaal welbevinden. Een greep uit thema’s die steeds meer aandacht krijgen binnen de zorg. Reden voor Hogeschool Utrecht (HU) en de Universiteit Utrecht (UU) om de handen ineen te slaan voor een gezamenlijke keuzecursus Interprofessionele Samenwerking bij Voeding en Leefstijl voor verpleegkunde- en geneeskundestudenten. De eerste studenten zijn van start gegaan.

De Regio Deal Foodvalley (een samenwerking tussen het Rijk en de regio om de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem te versnellen) wil goede voedings- en leefstijlzorg integreren in het onderwijs op de verschillende niveaus (mbo, hbo en wo). “Dit is nodig omdat zorgprofessionals een belangrijke invloed op de gezondheidskeuzes van zorgvragers hebben. Ook de samenwerking en afstemming tussen verschillende niveaus van opleidingen en kennisinstellingen wordt hiermee versterkt. Met de cursus Voeding en Leefstijl hebben de HU en de UU de handen ineengeslagen om studenten kennis te laten maken met interprofessionele samenwerking en de impact van voeding en leefstijl op gezondheid. Dit bereidt de toekomstige zorgprofessional goed voor op het bevorderen van gezond gedrag bij een zorgvrager”, vertelt Debbie ten Cate, onderzoeker bij de HU en betrokken bij de ontwikkeling van de cursus.

"Deze cursus biedt een waardevolle kans om te ervaren hoe verschillende disciplines samenwerken in de praktijk"

Alle aspecten van gezondheid

“Het is een heel gevarieerde cursus geworden waarbij studenten leren over alle aspecten die komen kijken bij een gezonde leefstijl zoals: voeding, beweging, slaap, middelengebruik en mentaal welbevinden.  We vliegen gezondheid dus breed aan, waarbij niet alleen fysieke aspecten, maar ook mentale gezondheid en gedragsverandering aan bod komen in verschillende zorgsettingen. Dit doen we door middel van interessante gastcolleges en praktische opdrachten die de studenten in groepen, bestaande uit HU- én UU-studenten, maken”, legt Evelyn Monninkhof uit, epidemioloog van het Juliuscentrum (UU) en betrokken bij het projectteam van de cursus.

Begrip voor elkaars rol

“Een ander belangrijk aspect van de cursus is de interprofessionele samenwerking tussen de studenten en de opleidingen geneeskunde en verpleegkunde”, vertelt Claudia Geenen, docent aan de bacheloropleiding Verpleegkunde bij de HU. “In de praktijk komen deze zorgprofessionals elkaar veelvuldig tegen, maar tijdens hun opleiding nauwelijks. Deze cursus biedt een waardevolle kans om van elkaars expertise te leren en te ervaren hoe verschillende disciplines samenwerken in de praktijk. De gezamenlijke opdrachten en reflectie stimuleren de communicatievaardigheden en het begrip voor elkaars rol in de zorgketen. Dit gaat uiteindelijk de zorgvrager ten goede komen.”

Behoorlijke puzzel

De UU en de HU hebben de keuzecursus Voeding en Leefstijl samen inhoudelijk vormgegeven. Hierbij waren naast het projectteam ook docenten betrokken van beide kennisinstellingen, zoals Evelyn Monninkhof en Claudia Geenen. “Nadat de planning en globale inhoud van de cursus bepaald waren, zijn wij als coördinatoren aangehaakt om mede invulling te geven aan de cursus. Het was een behoorlijke puzzel om een cursus te ontwikkelen waarbij de inhoud én de samenwerking tussen de HU- en UU-studenten centraal staat”, vertelt Monninkhof. Geenen: “We hebben er het afgelopen jaar veel energie in gestoken. Want naast de inhoud moesten er veel administratieve zaken worden ondervangen. Verschillende online lesomgevingen, roostering en afwijkende toetsingseisen, om maar wat te noemen. Maar voor alles hebben we een oplossing gevonden”, vertelt Geenen.

In volle gang

De cursus is momenteel in volle gang voor derdejaars verpleegkundestudenten en tweedejaars geneeskundestudenten en loopt tot half juni. “We zijn uiteraard heel benieuwd naar de ervaringen van de studenten, de gastsprekers en de docenten van deze cursus. We proberen tussentijds ook al de ervaringen te peilen zodat we eventueel nog tijdens deze cursus kunnen bijsturen”, vertelt Geenen. “Maar we kijken natuurlijk ook uit naar de evaluatie en uiteindelijke ervaring van de studenten om deze cursus volgend jaar nog beter te kunnen laten aansluiten op de behoeften en wensen van hen”, sluit Monninkhof af.

Deel dit artikel