Openbare les Anton Boonen: "We hebben duurzame gemeenschappen nodig om maatschappelijke vraagstukken op te lossen"
Veranderingen in de maatschappij ten gevolge van onder meer digitalisering, toegenomen individualisme en de veranderende samenstelling van de Nederlandse bevolking leiden tot grotere sociale ongelijkheid en onrechtvaardigheid. De bestaanszekerheid van veel burgers staat onder druk, de eenzaamheid onder ouderen groeit, de polarisatie en kansenongelijkheid in de samenleving neemt toe en klimaatverandering zorgt voor onrust.
Sociaal weefsel
“Het vertrouwen in de overheid brokkelt af en het neoliberale vrije marktdenken staat onder druk. De hoop van de samenleving is daarom steeds meer gevestigd op maatschappelijke organisaties en de civil society”, vertelt Anton Boonen. “Maar traditionele organisaties zoals kerken, vakbonden en verenigingen hebben weinig invloed meer. Sociale contacten zijn vaak incidenteel en fragmentarisch en het is gebruikelijker geworden dat mensen steeds meer in wisselende groepjes af en toe iets doen. Deze ontwikkeling heeft grote gevolgen voor het sociale weefsel en het sociaal kapitaal van buurten en steden.”
Teruggetrokken overheid
“De overheid heeft zich de afgelopen decennia steeds verder teruggetrokken uit het sociaal domein en zette met haar decentralisatiebeleid in op de eigen kracht van de lokale samenleving. Maar in de praktijk kan niet iedereen terugvallen op het eigen netwerk, de lokale gemeenschap of de gemeente”, vervolgt Anton Boonen. “Daarom wordt een steeds groter beroep gedaan op beroepskrachten uit het sociaal domein en aanpalende domeinen, zoals onderwijs, cultuur en zorg.”
Gelijkwaardige samenwerking
“Op terugkeren naar de bevoogdende overheid van vroeger zit niemand te wachten. Het werkt niet om oplossingen van bovenaf op te leggen, ze moeten van mensen zelf komen. Samenwerking op basis van gelijkwaardigheid is volgens ons lectoraat Duurzame Gemeenschappen de oplossing. Beroepskrachten uit het sociaal domein moeten leren samen te werken met burgers als gelijkwaardige partners. Deze partijen kunnen elkaar versterken als ze hun verschillende kwaliteiten op basis van gelijkwaardigheid bundelen. Maar samenwerken over de grenzen van de eigen gemeenschap heen is voor alle partijen lastig: voor de overheid, voor beroepskrachten en voor burgers. We onderzoeken hoe je inter- en transdisiplinaire samenwerking kunt leren en bevorderen. De actieve deelname van alle betrokkenen staat centraal in onze onderzoeksmethoden.”
Gedeelde macht
“Gelijkwaardige samenwerking vraagt om gedeelde macht en evenwichtige machtsrelaties. Zeggenschap, wie bepaalt wat, wie heeft invloed op: dit alles moet op basis van gelijkwaardigheid plaatsvinden. In plaats van te werken aan en vóór bewoners – de top-down-benadering – of te werken dóór bewoners – de bottom-up-benadering – wordt binnen deze benadering gestreefd naar een gelijkwaardige samenwerking tussen bewoners, beroepskrachten en overheden”
“Hogeschool Utrecht heeft samenwerken hoog in het vaandel staan, maar hoe leer je dat? Hoe vorm je met elkaar een gemeenschap? Ons lectoraat doet ook hiernaar onderzoek met aandacht voor boundary crossing. Sociaal professionals leren tot nu toe nog niet echt hoe ze op gelijkwaardige basis kunnen samenwerken met burgers, in plaats van het zelf te willen oplossen. Wij willen ze daarvoor handvatten geven en het curriculum van de opleidingen vernieuwen.”
Open en dynamisch
“Gemeenschappen zijn niet alleen een middel om oplossingen te vinden voor complexe maatschappelijke vraagstukken; ze zijn ook een doel op zich. Ze bevorderen de sociale cohesie, vergroten het onderling vertrouwen en de onderlinge verbondenheid tussen mensen en dragen bij aan een positief gevoel over de kwaliteit van het leven. We moeten overigens wel kritisch kijken naar gemeenschappen. Want ondanks hun verbindende kracht kunnen ze ook een potentieel ontwrichtende invloed op de maatschappij hebben. Gemeenschappen kunnen naar binnen gekeerd raken en anderen uitsluiten, wat kan leiden tot inefficiëntie, ongelijkheid en zelfs extremisme. Bijvoorbeeld sommige orthodox-religieuze en nationalistische gemeenschappen.”
Kunst en cultuur, sport en bewegen
“Om duurzame gemeenschappen te vormen, heb je een gemeenschappelijke taal nodig. Die kan verbaal zijn, maar ook non-verbale communicatie is belangrijk. Want niet iedereen heeft de mogelijkheid of vindt het fijn om zich uit te drukken in woorden. Bovendien zijn niet alle individuen even zichtbaar in een gemeenschap, bijvoorbeeld mensen met financiële problemen, vluchtelingen en ouderen. We moeten ons dus niet alleen richten op verbale vormen van communicatie, maar ook op non-verbale manieren om relaties aan te gaan en te onderhouden, zoals kunst en cultuur, en sport en bewegen. Ons lectoraat doet daar veel onderzoek naar. Kunst – zoals muziek, dans, rituele optochten, tuinieren en koken – stimuleert nieuwe ontmoetingen en dialogen tussen mensen. Ook door sport en beweging voelen mensen zich verbonden en komen ze samen. Niet alleen in sportclubs, maar bijvoorbeeld ook in skateboardparken, wandelgroepen en sportvoorzieningen in parken.”
Dr. Anton J.H. Boonen is als lector Duurzame Gemeenschappen verbonden aan het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht. Zijn openbare les is getiteld Machts- of samenspel? Ontwikkelen van duurzame gemeenschappen.
Tekst: Mariek Hilhorst