Meer aandacht voor leefstijl en obesitas in zorgopleidingen
In het Nationaal Preventie Akkoord is veel aandacht voor het terugdringen van roken en alcoholgebruik, maar niet voor het terugdringen van overgewicht. Terwijl het aantal mensen met overgewicht in Nederland in rap tempo stijgt. “Wat veel mensen niet weten is dat overgewicht niet alleen komt door een teveel aan voeding en een tekort aan beweging”, zegt Liesbeth Haverkort. Zij leidt, samen met haar collega Jellie Zuidema, het HU-onderzoek 'Aandacht voor Overgewicht en Leefstijl in Zorgopleidingen'.
Dit artikel is een samenvatting van een artikel van Rachel Kloek op Trajectum
Overgewicht is een groot probleem. Het is slecht voor je gewrichten, verhoogt het risico op hart- en vaatziekten en diabetes, kan leiden tot onvruchtbaarheid, verhoogt het risico op kanker en draagt mogelijk bij aan angststoornissen en depressies. Haverkort: “De meeste mensen denken dat vet geen functie voor het lichaam heeft en er gewoon zit, als extra laagje reservevoedsel. Maar vet moet worden gezien als een orgaan. Vooral buikvet kan zorgen voor een continue ontstekingsreactie in het lichaam, die zorgt voor verstoring van het immuunsysteem.” Dit speelt mogelijk ook een rol bij een deel van de coronapatiënten die ernstig ziek zijn geworden.
"Als jij iemand in de bus ziet zitten van 140 kilo, bestaat de kans dat diegene veel gezonder eet dan jij"
Lisanne Knikkink
Wat weten ze van overgewicht?
Haverkort: “Om een goed beeld te krijgen van de kennis hierover in de zorg hebben we, met behulp van twintig hbo-studenten verpleegkunde, interviews gedaan met tientallen verpleegkundigen, docenten, opleidingsmanagers, huisartsen en praktijkondersteuners. We wilden weten wat ze van overgewicht wisten, op welke problemen ze stuitten bij het bestrijden ervan en in hoeverre het onderwerp is ingebed in het onderwijs.”
Eén van die studenten was Lisanne Knikkink (26). Zij ondervroeg tientallen verpleegkundigen op de afdeling Interne Geneeskunde in het ziekenhuis. “Ik kwam erachter dat verpleegkundigen weinig van voeding weten. De basis lukt nog wel; vetten, eiwitten, koolhydraten, dat werk. Maar zodra een patiënt bijvoorbeeld kampt met wisselende bloedsuikers door overgewicht, is hun kennis onvoldoende en hopen ze dat hij zichzelf redt.”
“Er ligt zo’n stigma op overgewicht. Ik dacht dat het bij verpleegkundigen minder zou zijn, maar zij denken ook vaak: ‘Die dikke mevrouw eet teveel.’ Terwijl er zoveel oorzaken kunnen zijn voor een dik lichaam: een traag werkende schildklier, medicatie tegen depressie, een verward hormoonstelsel… Als jij iemand in de bus ziet zitten van 140 kilo bestaat de kans dat diegene veel gezonder eet dan jij.”
Verpleegkundigen en artsen willen meer aandacht besteden aan overgewicht, maar het ontbreekt ze aan tijd, constateert Knikkink. “Een arts vertelde dat ze iemand had met een gebroken been op een afdeling met vier andere patiënten. Dan is het lastig om te vragen waarom iemand tachtig kilo teveel weegt. ‘Weinig tijd, weinig privacy, dat pakt de huisarts wel op’, zo is de gedachte.”
Niet hapsnap
Dat herkent Haverkort: “Niemand is nu verantwoordelijk voor de behandeling van een patiënt met overgewicht. De huisarts niet, de internist niet, de verpleegkundige niet en ook de fysiotherapeut en de diëtist niet. Dat moet anders als we overgewicht willen bestrijden. Alle partijen in de zorg moeten betere basiskennis hebben van alle aspecten die bij het ontstaan van overgewicht een rol spelen. Ook moeten ze weten naar wie ze moeten doorverwijzen als het een persoon niet in z’n eentje lukt om af te vallen.”
Het doel van het onderzoek is dat in 2021 vier geneeskundestudies én 20 procent van alle hbo- en mbo- verpleegkundeopleidingen binnen het curriculum structurele aandacht heeft voor overgewicht en leefstijl. “En dus niet hapsnap in een les hier of daar”, benadrukt Haverkort. Soms is het huidige onderwijs al goed genoeg. “Maar als studenten dan gaan stagelopen op een afdeling, lopen ze binnen de kortste keren weer mee in het oude systeem: curatieve in plaats van preventieve zorg, en geen aandacht voor de oorzaken van overgewicht.” Daarom richt het onderzoek zich uiteindelijk ook op bij- en nascholing van de huidige zorgprofessionals.
Psychologische kennis
‘Ons curriculum zit vol en er kan niks meer bij.’ Die reactie krijgt Haverkort ook regelmatig als ze spreekt met docenten van medische opleidingen. Dat snapt ze wel. Haar wedervraag is dan of ze niet kan aansluiten bij een bestaand vak. Uiteindelijk moeten de eindcompetenties van alle opleidingen toch zo geformuleerd worden, dat elke student op de hoogte is over het ontstaan en de behandeling van overgewicht. Daar hoort van alles bij, zoals voedingsleer, bewegingsleer, genetica, gespreksvaardigheid en psychologische kennis. “Dat laatste is essentieel. Begin maar eens met een patiënt over zijn gewicht als hij net slecht nieuws heeft gehad. Dat vergt niet alleen tact, maar ook psychologische kennis.”
Het onderzoek loopt tot december 2021.