"Kwetsbare burgers zijn nog niet zo zelfredzaam"

Kwetsbare burgers die zorg en ondersteuning krijgen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn nog niet zo zelfredzaam, zegt Els Overkamp, onderzoeker van Hogeschool Utrecht (HU). Terwijl zelfredzaamheid wel een belangrijk uitgangspunt is van de Wmo. “Bij de ondersteuning wordt niet altijd het netwerk van de cliënt betrokken. De klantgerichte hulpverleners hebben vaak de neiging om het probleem van cliënten uit handen te nemen, in plaats dat ze hen stimuleren zelf tot een oplossing te komen. Zo werken ze al heel lang.”

Vanaf 1 januari liggen veel zorgtaken op het bordje van de gemeente. Onder leiding van Overkamp onderzocht het HU-Lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning welke effecten de overheveling van de zorgtaken naar de gemeenten heeft voor cliënten, mantelzorgers en hulpverleners in de regio Utrecht. De cliënten zijn kwetsbare burgers in de regio Utrecht: mensen met een verstandelijke beperking, een psychiatrische achtergrond, met dementie en dak- en thuislozen. Studenten van de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening van de HU interviewden de mensen voor de transitie in 2014, en een jaar later, in 2015, nogmaals. Wat zijn de verschillen?

Uit het onderzoek blijkt dat cliënten die voorheen vanuit de AWBZ door het Rijk werden ondersteund nu nog met rust worden gelaten: hun zorg en begeleiding bleven intact en ze behielden hun eigen zorgverlener. Geen enkele cliënt heeft een keukentafelgesprek gehad met de gemeenteambtenaar. “Dat heeft er ook mee te maken dat 2015 een overgangsjaar was”, zegt Overkamp. “Zorggebruikers met een indicatie van voor 2015, zouden die voorlopig behouden, zo beloofde staatssecretaris Van Rijn. De veranderingen gelden vooral voor de mensen die zich nu aanmelden voor ondersteuning.” 2016 wordt volgens haar een jaar waarin ook de kwetsbare burgers wat gaan merken van de transformatie.

Mensen met dementie merken al wel het nodige: ze krijgen minder uren huishoudelijke hulp, waardoor hun mantelzorgers zwaarder worden belast. Verder moeten cliënten een hogere eigen bijdrage betalen, waardoor sommigen afzien van zorg en ondersteuning.

Ondersteuning bij financiën 

De cliënten die de HU-onderzoekers interviewden, krijgen soms niet meer dan een uurtje ondersteuning. Het merendeel leidt een gewoon leven. De meesten zijn echter niet zelfredzaam als het gaat om financiën. “Op dat vlak hebben ze bijna altijd ondersteuning nodig van een hulpverlener of een mantelzorger”, zegt Overkamp. “Als ze niet bij de financiën worden geholpen, raken ze van de regen in de drup.”

Hoe de transitie uitpakt voor de zorgverleners? Die krijgen volgens Overkamp meer cliënten onder zich, waardoor de werkdruk behoorlijk toeneemt. Volgens haar veranderen sommige zorgorganisaties de werkwijze. Zo wordt aan cliënten gevraagd voortaan naar kantoor te komen in plaats van dat ze thuis worden bezocht. “Dat gebeurt onder het motto: straks moeten ze zelf bij de gemeente aan de bel trekken, als er wat aan de hand is. Op zich is dat een vreemde ontwikkeling. Vanuit de Wmo is de gedachte juist dat wijkteams de cliënten thuis opzoeken, en niet wachten tot ze zelf aan de bel trekken.”

Sociale wijkteams

Hoe die wijkteams functioneren? Een ander onderzoek, waar Overkamp ook aan meewerkt, geeft antwoord geeft op die vraag. Uit gesprekken met teams in Nieuwegein en Oudewater blijkt dat de opdracht voor veel teams in 2015 nog onduidelijk was: wat moet de hulpverlener nu gaan doen? Er moeten nieuwe werkwijzen worden ontwikkeld, en de teamleden komen vanuit verschillende organisaties. Maar er is weinig tijd omdat de werkdruk hoog is. “Door die factoren wordt het lastig om van elkaar te leren, zodat de zorgprofessional een generalist wordt.” Tegelijk benadrukt de onderzoeker dat in de teams goed werk wordt verricht met  ‘doorgaans kundige en betrokken mensen die goede zorg en ondersteuning bieden’.

Op 3 februari presenteert het lectoraat de onderzoeksgegevens bij de HU aan het werkveld en de studenten. De opgedane kennis bij dit project vloeit naar zowel het werkveld als naar de relevante opleidingen bij de HU. Dit jaar komt er een vervolgonderzoek, waarbij weer HU-studenten worden ingezet.

Deel dit artikel